De fiets van de zaak privé gaan gebruiken?
De fiets van de zaak privé gaan gebruiken?
In het belastingplan dat aanstaande Prinsjesdag wordt gepresenteerd gaat de fietsregeling op de schop. Deze regeling moet de oude fietsregeling die in de werkkostenregeling valt gaan vervangen. Wanneer je een fiets van de zaak hebt, komt er een bijtellingspercentage van 7 procent over de nieuwwaarde van de fiets. Over deze bijtelling betaal je vervolgens als werknemer extra inkomstenbelasting. Deze nieuwe regeling, die per 2020 van start gaat, moet het zakelijk fietsen stimuleren. Medewerkers gaan op deze manier meer fietsen en dat is niet alleen goed voor de gezondheid van de medewerkers, maar ook voor de filedruk en voor het milieu.
Eigen fietsregeling
Jij als werkgever kan zelf je eigen fietsregeling gaan ontwerpen. Medewerkers kunnen verschillende fietsen krijgen, denk hierbij aan elektrische fiets. Stel een fiets kost €2000.-, dan moet de werkgever 7% op jaarbasis van het bedrag, in dit geval €140.-, bij het loon tellen van de medewerker. Dit bedrag wordt omgerekend naar een maandbedrag en dat is dan €11,67 per maand. Over deze € 11,67 betaal je vervolgens extra loonheffing. In de praktijk zal dit ongeveer een €4,- netto per maand zijn. Een stuk voordeliger als de auto van de zaak dus! Voor dit bedrag kan de medewerker onbeperkt gebruik maken van de fiets. De bijtellingsregeling is een stuk makkelijker dan de ingewikkelde boekhouding die bij het vorige fietsenplan hoorde.
Eigenaar van de fiets
De regeling is alleen geldig voor medewerkers waarvoor een fiets door de werkgever ter beschikking wordt gesteld. Wanneer de werkgever de fiets vergoedt of verstrekt, blijft de werkgever eigenaar van de fiets. Dit is vergelijkbaar met de aloude leaseauto. Hij of zij mag dan zelf bepalen of hij/zij de fiets privé gebruikt. Wanneer een medewerker uit dienst gaat of het leasetermijn is verlopen, is het natuurlijk mogelijk om afspraken te maken om eventueel de fiets over te nemen van de wekgever of leasemaatschappij.
Goedkeuring regeling
Deze bijtellingsregeling die wordt verwacht in het Belastingplan van 2019, moet nog wel eerst door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Daarna kunnen de maatregelen worden geïmplementeerd.